Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Toen spraken [13]de kinderen van Jozef tot Jozua, zeggende: Waarom hebt gij mij [14]ten erfdeel maar een lot en een snoer gegeven, daar ik toch een groot volk ben, [15]voor zoveel de HEERE mij dus verre gezegend heeft? 13. Te weten, de beide stammen, zowel Efraim als Manasse, gelijk blijkt uit vs.15,16,17. 14. Dat is, maar zoveel lands, alsof wij maar een stam waren en onder elkander wonen zouden, daar wij toch twee stammen zijn. 15. Deze beide stammen waren in de laatste telling sterk 85.200. Zie Num.26:34,37.